​​Op 15 mei 2024 heeft het Benelux-Gerechtshof zijn 50e verjaardag gevierd. Ter gelegenheid hiervan werd een conferentie gehouden in de grote zittingszaal van het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg. Sprekers van de gerechtelijke of academische wereld hebben het woord genomen over onderwerpen die verband houden met de bevoegdheden van dit internationaal rechtscollege, gemeen aan de drie lidstaten van de Benelux Unie. Het heeft tot taak de gelijkheid te bevorderen bij de toepassing van rechtsregels die aan de Beneluxlanden gemeen zijn. Deze rechtsregels hebben op uiteenlopende terreinen betrekking, zoals de intellectuele eigendom, de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, de dwangsom, de visa, de invordering van belastingschulden, de vogelbescherming en de gelijke fiscale behandeling. Meerdere leden van het Hof van Cassatie van België hebben dit evenement bijgewoond. Het Benelux-Gerechtshof heeft geen permanente rechters, maar is samengesteld uit magistraten van de hoogste rechtscolleges van de drie Beneluxlanden, waaronder, naast magistraten van de Belgische hoven van beroep, zes van de zetel en twee van het parket van het Hof van Cassatie. De huidige president van het Benelux-Gerechtshof is Beatrijs Deconinck, sectievoorzitter in het Hof van Cassatie en ere eerste voorzitter van dit Hof.

​ ​Meer informatie op de website van de Luxemburgse Monarchie ​

​Het Hof is in openbare en plechtige rechtszitting overgegaan tot de installatie van de nieuwe korpschefs: raadsheer Eric de Formanoir de la Cazerie aangewezen tot het mandaat van eerste voorzitter van het Hof van Cassatie bij koninklijk besluit van 24 januari 2024 en eerste advocaat-generaal Ria Mortier aangewezen tot het mandaat van procureur-generaal bij het Hof van Cassatie bij koninklijk besluit van 11 december 2023.

​ ​Lees meer over eerste president Eric de Formanoir

​ ​Lees meer over procureur-generaal Ria Mortier

​​​Na een rijke ervaring in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen en het hof van beroep aldaar, heeft Eric Dirix de eed afgelegd als raadsheer in het Hof van Cassatie op 1 september 1998. Hij werd op de algemene vergadering van het Hof van 30 juni 2011 aangewezen als sectievoorzitter en in die hoedanigheid geïnstalleerd op de plechtige openbare terechtzitting van 7 oktober 2011.

​Hij heeft de functie van sectievoorzitter uitgeoefend tot eind december 2023 in de Nederlandstalige sectie van de Eerste kamer van het Hof. Hij deed dit op de hem geëigende manier, met de ruime blik van hen die een lange praktijkervaring met een academische benadering kunnen verzoenen. Met sectievoorzitter Dirix rond de tafel bleef een onderzoek nooit beperkt tot een lokale, gewestelijke of federale norm, maar werd de rechtsvraag gekaderd in de ruime evolutie van het recht, als een puzzelstukje dat moet passen in de ruime Europese of zelfs internationale juridische context. 

​Emeritus sectievoorzitter Eric Dirix is een van de collega’s die een onuitwisbare stempel nalaten op de rechtspraak van het Hof en op de Eerste kamer. Een indrukwekkende collega, letterlijk en figuurlijk. Inspirerend voor al wie met hem werkte, in overleg ging en beraadslaagde.

​Hij wordt niet vergeten.

​Het Strafwetboek, dat dateert van 1867 en doorheen de tijd heel veel wijzigingen heeft ondergaan, was minder leesbaar geworden en had ook nood aan vernieuwing.

Doorheen de jaren werden meerdere pogingen tot hervorming ondernomen, waarvan de eerste al teruggaan tot 1976. Damien Vandermeersch, lid van de Commissie tot hervorming van het strafrecht en advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie, licht enkele krachtlijnen van deze hervorming toe :

• 
  het volledig herschrijven van het wetboek, met het oog op vereenvoudiging, modernisering en coherentie;
• 
  een nieuwe omschrijving van de strafbare deelneming;
• 
  het definiëren van de doelstellingen van de straf;
• 
  de afschaffing van de correctionalisering, alsook van de opdeling van de misdrijven in misdaden, wanbedrijven en overtredingen;
• 
  de bepaling van de strafmaat volgens niveaus, gaande van niveau 1 tot niveau 8 ;
• 
  het nieuwe onderscheid tussen de verzwarende bestanddelen en de verzwarende factoren;
• 
  de invoering van nieuwe straffen (zoals de verplichte behandeling onder vrijheidsberoving, de verlengde opvolging, de geldboete die wordt bepaald op basis van het uit het misdrijf behaalde financieel voordeel, enz.);
• 
  een nieuwe indeling en een herschrijving van de strafbaarstellingen opgenomen in boek 2 van het Strafwetboek.
  

​​Het nieuwe Strafwetboek zou twee jaar na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad in werking moeten treden, dus in de loop van het jaar 2026.